Cliëntstromen in beeld; waar bevallen vrouwen in Amsterdam-Amstelland?

regiobeeld EVAA afbeelding voor nieuwsbericht

In opdracht van EVAA heeft de afdeling Verloskundige Wetenschap, AVAG/ Amsterdam UMC een regiobeeld ontwikkeld: Cliëntstromen en plaats bevalling binnen de geboortezorg van Amsterdam-Amstelland. Het doel van het project was inzicht krijgen in de zorgstromen in de geboortezorg in de regio Amsterdam-Amstelland.
Met de uitkomsten kunnen de zorgaanbieders samen een visie ontwikkelen en prioriteiten stellen in de vormgeving en ontwikkeling van hun integrale aanbod: de juiste zorg op de juiste plek. Dit regiobeeld sluit aan bij het regiobeeld Kansrijke Start Amsterdam van de GGD Amsterdam.

In het regiobeeld is te zien dat het aantal verwijzingen van de eerste- naar tweede lijn in de regio Amsterdam-Amstelland de laatste tien jaar stabiel is. Het merendeel van de vrouwen ontvangt voor kortere of langere tijd tweedelijns zorg tijdens de baring. Bijna alle vrouwen ontvangen zorg van de eerstelijns verloskundige in de kraamperiode.

In deze regio wordt iets vaker tijdens de baring, en minder vaak tijdens de zwangerschap naar de tweede lijn verwezen, ten opzichte van het aantal verwijzingen in het land. Het verzoek om pijnmedicatie is de meest voorkomende indicatie van verwijzing tijdens de baring.

Geen plek in ziekenhuizen

Een toenemend aantal vrouwen bevalt niet in de eigen regio doordat er geen plek is in ziekenhuizen. Dit probleem wordt waarschijnlijk groter de komende jaren doordat het aantal geboortes in de regio stijgt. Daarnaast neemt het aantal inleidingen waarschijnlijk toe als de richtlijn over het beleid bij zwangerschap vanaf 41 weken wordt geïmplementeerd.

Meer ondersteuning bij pijn in de eerste lijn

Naar aanleiding van de uitkomsten van het regiobeeld zijn een aantal aanbevelingen gedaan.
Voor de ontwikkeling van beleid wat betreft de juiste zorg op de juiste plek, is het belangrijk te onderzoeken waar zwangere vrouwen zorg willen ontvangen. Ook is het belangrijk te weten of zij vinden dat ze een goed geïnformeerde keuze kunnen maken wat betreft zorgverlener en de plaats van de bevalling. En hoe zij terugkijken op de zorg en de plaats waar ze bevallen zijn.

De verschuiving van zorg van de tweede- naar de eerste lijn zou kunnen bijdragen aan meer continuïteit van de zorgverlener en een verminderde druk op de ziekenhuizen. Bijvoorbeeld bij ‘mid risk-factoren’, zoals bij de wens tot pijnmedicatie. Uitbreiding van opties ter ondersteuning bij pijn in de eerste lijn (zoals bij lachgas of het bevalbad) zou het aantal verwijzingen voor pijnmedicatie kunnen verlagen.

Gepubliceerd op 15 juni 2022